6 januari 2022

Wordt het gezin gezien door Rutte-4

 Dit artikel is een bewerkte versie van Family almost out of the picture in “Rutte-4” - https://cne.news/artikel/417-family-almost-out-of-the-picture-in-rutte-4-

 

_______________________________________________________________________________________

Na negen lange maanden van coalitieonderhandelingen, werd in december jl. het regeerakkoord gepresenteerd. Daarin staan de afspraken voor het beleid van het nieuw te vormen kabinet Rutte-4. De huidige coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie gaat dan toch een doorstart maken. De titel van het coalitieakkoord luidt: ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Die titel dekt niet geheel de lading, want het stuk ademt vooral een liberale en individualistische geest. Zo krijgt het gezin nauwelijks aandacht. De allerlaatste zin in de financiële bijlage van het akkoord is kenmerkend. De nieuwe coalitie belooft een gerichte lastenverlaging voor lage- en middeninkomens, voor werkenden en gezinnen. Let op de volgorde. Die spreekt boekdelen.

Het akkoord geeft op veel punten de richting van beleid aan. Veel plannen en voornemens moeten nog worden uitgewerkt in een concreet wetsvoorstel of maatregel. Dat maakt het wat lastig om op dit moment precies de impact van het coalitieakkoord op gezinnen te beoordelen. Maar de toon is wel gezet. Als het gaat om gezinnen valt geen verbetering, eerder een verdere ondermijning te verwachten. Het accent valt namelijk op individuele autonomie, het tegengaan van discriminatie en bevordering van de arbeidsparticipatie.

Regenboogakkoord als leidraad

In het bereikte coalitieakkoord wordt expliciet verwezen naar het zogenoemde Regenboogakkoord dat drie van de vier coalitiepartijen voorafgaand aan de verkiezingen in maart van dit jaar ondertekenden. Daarin gaan de belangen van het individu per definitie uit boven die van de gemeenschap. Dat vormt een contrast met de gangbare beleidspraktijk in de Nederlandse polder. Want normaliter wordt per situatie een zorgvuldige afweging van belangen gemaakt. Door het Regenboogakkoord als vertrekpunt te kiezen, staat deze coalitie al voorgesorteerd op de idee dat individuele autonomie voorrang heeft ten opzichte van de identiteit van een gemeenschap of organisatie. Het ‘omzien naar elkaar’ komt zo onder grote druk te staan, om nog maar niet te spreken van belangrijke klassieke grondrechten, zoals de vrijheid van vereniging, de vrijheid van godsdienst en geweten.

De opvatting dat identiteit een vrije individuele keuze is, miskent de realiteit. Identiteit hangt namelijk per definitie samen met je verleden, het gezin waarin je opgroeit, de familie waar je deel van uitmaakt, de plek waar je woont enzovoorts. Het eigene van identiteit is juist dat je die sámen met anderen beleeft en invulling geeft. En ook samen met anderen verder ontwikkelt. Identiteit is geen statisch gegeven, maar zij verandert geleidelijk vanuit een gedeeld verleden, een gedeelde levensovertuiging, inspiratiebron en toekomstvisie. Wij bepleiten daarom een respectvolle wisselwerking van individu en gemeenschap, waarin vrijheid en verantwoordelijkheid hand in hand gaan.

Kinderopvangregeling wijzigt

Een kwestie die de Nederlandse politiek de laatste tijd stevig in beroering heeft gebracht, is de kinderopvangtoeslagaffaire. Van deze regeling werd al snel misbruik gemaakt door malafide ondernemers. Om dit probleem aan te pakken werden strenge maatregelen genomen. Het kon de Tweede Kamer niet gauw streng genoeg zijn. Maar in de praktijk bleek het wat al te streng, want veel ouders die niet preciesaan alle verplichtingen tot verantwoording voldeden,  moesten het ontvangen geld geheel terugbetalen. Daardoor raakten nogal wat gezinnen  in de financiële problemen.

Het nieuwe kabinet is van plan om de regeling sterk te vereenvoudigen door de kinderopvangsubsidie niet uit te keren aan de ouders, maar aan de kinderopvanginstelling. De ouders moeten een bijdrage van slechts 5 procent betalen. Hoewel vereenvoudiging gewenst is, stuit dit voorstel op bezwaren. Allereerst omdat de eigen bijdrage geen rekening houdt met de draagkracht van het gezin. Hierdoor worden gezinnen met lagere inkomens benadeeld ten opzichte van hogere inkomens die immers over meer financiële draagkracht beschikken. Een groter bezwaar is dat een riante subsidie van 95% niet of nauwelijks effectief zal zijn. Naar verwachting zal dit niet tot een veel hogere arbeidsparticipatie leiden, omdat veel vrouwen in Nederland graag (groten)deels zelf voor hun kinderen zorgen of de opvang het liefst langs informele weg c.q. in de familiekring oplossen. Wie zelf voor z’n kinderen zorgt, wordt niet gecompenseerd voor deze maatschappelijke bijdrage.

Oneerlijk en niet toekomstbestendig

De voorgestelde regeling gaat ruim 2 miljard euro per jaar kosten. Huishoudens die helemaal geen gebruik (willen) maken van kinderopvangvoorzieningen moeten via de belastingheffing daar wel aan meebetalen. Dit is in strijd met het profijtbeginsel. Bovendien getuigt de aanpak van korte termijn politiek. Er worden in Nederland namelijk relatief weinig kinderen geboren. In 2019 gemiddeld slechts 1,6 per vrouw. Dat is veel te weinig om later voldoende personeel, bijvoorbeeld voor de zorg en het onderwijs, beschikbaar te hebben. Het stelsel dat deze coalitie wil invoeren is niet toekomstbestendig en geeft bepaald geen blijk van ‘vooruitkijken naar de toekomst’. Nederland kan op dit punt beter te rade gaan bij landen als Frankrijk en Duitsland.

Voorbeeldig Hongaars gezinsbeleid

En om maar eens een heel ander land te noemen: Nederland zou zich kunnen laten inspirerend door het Hongaarse gezinsbeleid. In de persoon van Katalin Novák hebben zij een uitstekende minister voor gezinnen. Zij steunt gezinnen die kinderen krijgen. Meer kinderen betekent in Hongarije minder belasting betalen. Kom daar in Nederland eens om! Moeders met vier kinderen hoeven de rest van hun leven in Hongarije geen inkomstenbelasting meer te betalen en krijgen hun eventuele studieschulden kwijtgescholden. De Hongaarse regering besteedt dit jaar 7,25 miljard euro aan de ondersteuning van gezinnen, terwijl voor 2022 zo’n 10 miljard is gereserveerd, ruim 6% van het bruto nationaal product. Ter vergelijking: de Nederlandse regering geeft maar 1,8% van het bruto nationaal inkomen uit aan regelingen die gezinnen financieel ondersteunen.

Vandaag de dag staat de klassieke en christelijke visie op huwelijk en gezin in Europa sterk onder druk. Om die reden heeft Hongarije, in navolging van bijvoorbeeld Kroatië, in de grondwet vast laten leggen dat een vader een man is en een moeder een vrouw en dat een huwelijk een verbond is tussen één man en één vrouw. Terwijl overal in de Europese landen het aantal huwelijken terugloopt, is dat in Hongarije de laatste jaren met 25 procent gestegen. Het aantal echtscheidingen daalt ook, mogelijk ook omdat Hongaren anders de eerder kwijtgescholden leningen alsnog moeten terugbetalen.

Verder nam Hongarije onlangs een wet aan die ouders respecteert als de eerstverantwoordelijken voor onderwijs over seksualiteit aan kinderen onder de 18 jaar. Scholen mogen geen promotie maken voor homoseksualiteit en geslachtsverandering. De frontale aanval van EU-leiders op dit beleid, met premier Rutte in de voorhoede, ging alle perken te buiten. Met name omdat de EU op dit gebied helemaal geen bevoegdheden heeft. Wij staan sympathiek tegenover de waardering voor het gezin die spreekt uit het Hongaarse beleid en hebben aan de moedige minister een Certificaat van Waardering voor het gezinsbeleid van Hongarije aangeboden.

Draagmoederschap: een goed idee?

Terug naar Nederland. Een ander principieel punt in het bereikte coalitieakkoord betreft het streven naar ‘een goede regeling voor draagmoederschap’. Het is ons werkelijk een raadsel wat deze coalitie daaronder verstaat. Commercieel draagmoederschap dient zondermeer verboden te zijn. Maar ook andere vrijwillige vormen van draagmoederschap zijn omstreden, omdat deze nu eenmaal niet te rijmen zijn met het uitgangspunt van menselijke waardigheid. Een kind is niet ‘op bestelling’ te verkrijgen. Draagmoederschap biedt – zacht uitgedrukt – niet de beste uitgangssituatie voor een kind om tot een stabiele volwassene op te groeien. Daarvoor heeft het in de regel z’n eigen vader en moeder nodig.

Naar een downvrij Nederland?

Verder wil Rutte-4 de zogenoemde NIPT-test ‘gratis’ beschikbaar stellen voor aanstaande moeders, vanaf de 20ste week van de zwangerschap. Dit gebaar lijkt genereus, maar er schuilt een giftig addertje onder het gras. Want glijdt Nederland zo niet razendsnel af richting een ‘downvrije’ samenleving, zoals in Denemarken nu al het geval is? Juist door deze test gratis aan te bieden, gaat er ook een zekere aandrang van uit. Alsof de samenleving er beter van wordt door de mens te perfectioneren. Moreel gezien is het een dubieuze praktijk om ongeboren kinderen op voorhand het levenslicht te ontzeggen omdat een test uitwijst dat er een kans bestaat dat zij enige beperking hebben. Deze richting moeten wij in Europa niet [nogmaals] willen inslaan. Laten we voorzichtig zijn en vooral willen leren van hetgeen in het verleden finaal mis is gegaan.

Een ‘staatsmoraal’ voor opvoeding van kinderen?

Intussen benijden wij de positie van het CDA en de ChristenUnie niet. Ongetwijfeld hebben de onderhandelaars van deze partijen hun best gedaan er een zo goed mogelijk compromis uit te slepen. Maar de hoofdtoon van het akkoord wordt gezet door het streven naar een nog strenger antidiscriminatiebeleid, teneinde het droombeeld van de gelijkheid van alle mensen te realiseren. Liberale en linkse partijen willen het individu nog radicaler bevrijden door de gemeenschapsbanden van gezin, school, buurt en kerk stap voor stap op te lossen. Daartoe wordt onder meer een diversiteit aan gezinsvormen aangeprezen. Ook dreigt het risico dat scholen in Nederland geen lesmethoden meer mogen gebruiken waarin de klassieke christelijke moraal normatief is voor het samenleven. Dat wringt op z’n minst met de grondwettelijk verankerde onderwijsvrijheid. Maar nog fundamenteler is het bezwaar dat ouders hun kinderen lijken te moeten gaan opvoeden volgens de staatsmoraal. Hoe liberaal is dat?

Waakzaamheid en gebed

We leven in een tijd waarin waarheid is verbasterd tot een subjectieve mening en identiteit als een kwestie van individuele keuzevrijheid wordt gezien. Wat dit betekent voor de vrijheid om je als christen helemaal op Christus te kunnen oriënteren, daar zullen we nog achter komen. We hopen dat veel christenen wakker worden, waakzaam zijn en blijven. En we roepen op tot gebed voor de nieuwe regering dat zij meer oog krijgt voor het belang van gezinnen en andere verbanden, met het oog op de toekomst van Nederland.

Henk Jan van Schothorst (bestuurder CCI) en Jan Schippers (directeur WI-SGP).