19 november 2021

My Body, My Choice !?

Door: drs. J.A. Schippers

Wanneer in de maand november al heel veel blaadjes van de bomen zijn gevallen, is daar de Week van het Leven. Dit jaar was dat een bijzonder levendige week. Het ging er fel aan toe, kun je wel zeggen.

Wat we al wisten, werd nog eens bevestigd. Voor- en tegenstanders van abortus staan lijnrecht tegenover elkaar. Van de pro-choice kant klinkt het verwijt dat vrouwenrechten met voeten worden getreden. Het recht op abortus moet onaantastbaar zijn. Van de pro-life kant horen we het verweer dat door een abortus een mensenleven in de knop wordt gebroken. Het recht op leven zou voor ieder mens moeten gelden.

Baasje in eigen buik

‘Vergeet het baasje in eigen buik niet!’ Een creatieve vondst van de pro-life beweging, waardoor de voorstanders van abortus, die al jarenlang ‘Baas in eigen buik!’ roepen, blijkbaar over de rooie gaan. Zozeer dat PvdA-leider Lilianne Ploumen de Week van het Leven een week tegen vrouwenrechten noemt. Zij vindt dat de regering de ‘anti-abortus’-gastlessen op scholen moet aanpakken, zodat kinderen vooral het luchthartige pro-choice verhaal te horen krijgen. Verder wil Ploumen ook de abortuswet aanpassen: de vijf dagen bedenktermijn moet eruit en de abortuspil moeten vrouwen bij de huisarts kunnen halen.

Waarom vindt zij abortus zo vanzelfsprekend? Omdat het bij de zogenaamde ‘seksuele en reproductieve rechten’ van de vrouw hoort. De vrouw is autonoom en mag zelf beslissen. My body, my choice is de bijpassende kreet. Vertrekkend vanuit deze autonomie van de vrouw, moet de staat vrouwen beschermen tegen een ongepland of ongewenst kind. En tegen een illegale, vaak riskante abortus. Daarom pleiten Ploumen en haar medestanders voor het recht van iedere vrouw op toegang tot ‘veilige abortus’.

Contraproductief

Tegenstanders van abortus brengen het ongeboren kind in beeld via reclamespotjes op tv en stellen dan de vraag: wat is er nu precies ‘reproductief’ aan dit recht? Want bij elke abortus wordt er weer een kind minder geboren. Misschien is de term ‘contraproductief recht’ passender. En vanuit het gezichtspunt van het ongeboren kind zou je dit recht eerder als ‘destructief’ omschrijven. Daarom is het zo wrang om luchthartig te doen over abortus of zelfs een feestje te gaan vieren dat in Nederland een vrouw het recht op abortus zou hebben. In de werkelijkheid van alledag is abortus een verdrietig, tragisch gebeuren.

Als het ongeboren kind zich zou kunnen uitspreken, zou het dan ook ‘my body my choice’ mogen zeggen?

Over dat recht op individuele zelfbeschikking zouden de voorstanders van abortus nog eens grondig moeten nadenken. Want wanneer mensen het vermogen missen om zelfstandig te handelen, omdat zij ziek zijn, aan dementie lijden of hersenletsel hebben opgelopen door een ongeval, is hun zelfbeschikking minder groot dan bij mensen die zelfredzaam zijn. Maar dan nog: vrijwel geen mens kan in volstrekte eenzaamheid leven en gelukkig zijn. Mensen zijn aangewezen op elkaar, omdat het leven soms zwaar valt. Gedeelde smart halveert en gedeelde vreugd verdubbelt. Vrijheid vier je samen. Om autonoom te kunnen zijn, heb je meestal anderen nodig.

Stemmeloos kindje

Als we vervolgens kijken naar een pasgeboren baby, dan zien we een mensje dat nog niet tot zelfbeschikking in staat is. Geen mens zou er aan moeten denken dat zo’n pasgeborene van het leven beroofd zou worden. Zo’n baby is kwetsbaar en verdient onze bijzondere bescherming, hoewel het kindje niet in staat is om autonoom te zijn. Maar dat geldt toch evengoed voor een ongeboren kindje? Waarom is een nog niet geboren mensje praktisch gezien aan de willekeur van de vrouw overgeleverd? Waarom ziet in Nederland 1 op de 7 ongeboren kinderen niet eens het levenslicht?

De voorstanders van vrije abortuskeuze zouden dit toch eens moeten heroverwegen. Want het spreekt niet vanzelf dat de beschermwaardigheid van ongeboren leven het altijd moet afleggen tegen de zelfbeschikking van de vrouw. Als het ongeboren kind zich zou kunnen uitspreken, zou het dan ook ‘my body my choice’ mogen zeggen? Maar omdat zo’n stemmeloos kindje dit niet kan, weten vele mensen in ons land zich gedrongen om dit wel te doen. Namens de 32.233 ongeboren kinderen die in 2019 niet verder mochten leven.