15 september 2021

Lessen burgerschap? Leer scholieren eerst zorgen voor hun eigen gemeenschap

 

Denk niet dat burgerschap alleen gaat over diversiteit, waarschuwt advocaat Jaco van den Brink, tevens bestuurslid van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP. Ook een sterk groepsgevoel versterkt de cohesie in de samenleving.

De nieuwe burgerschapswet geldt sinds 1 augustus. Scholen moeten iets gaan doen met de ‘basiswaarden van de democratische rechtsstaat’. Dat is een kans om aan morele vorming te doen. Een gouden kans voor scholen om burgerschap dichtbij te brengen, om mét kinderen aandacht te hebben voor de kleinschalige gemeenschap. Wat betekent de familie voor je? Wat kun je doen voor je eenzame buurvrouw?

Sociale cohesie in ons land is nodig en basiswaarden zijn een bindmiddel. Maar als bindmiddel zijn die basiswaarden niet genoeg. Laten scholen bij het uitwerken van de burgerschapsopdracht zich daarom vooral ook richten op verdergaande, kleinschalige gemeenschappelijkheid. Een gemeenschap van familie of van wijk, of van een levensbeschouwelijke instelling en gedeelde missie. Een gemeenschap waarin je weet dat je op elkaar kunt rekenen, en waarin je oplet of er ergens mensen in jouw omgeving buiten de boot vallen.

Kleinschaliger wij-gevoel

Naast een landelijk wij-gevoel rond basiswaarden, is ook dit kleinschaliger wij-gevoel van belang. Een land van los zand hangt niet samen, maar we kunnen als Nederlanders ook niet één grote familie zijn. Die sociale cohesie heeft dus ook hechte gemeenschappen nodig.

Sommige partijen stellen dat scholen de maatschappij moeten weerspiegelen, met een pluriforme identiteit. Maar zij vergeten dat respect voor en betrokkenheid bij anderen heel goed kunnen wortelen in de levensvisie van leerlingen die vanuit een eenduidig waardenkader gevormd is. Dat ons onderwijsstelsel ook sterk levensbeschouwelijk geprofileerde scholen faciliteert, bevordert de sociale cohesie.

Uiteindelijk hanteert elke school een bepaalde kind- en levensvisie, ook als die heel breed is geprofileerd. Maar ook dan is het goed om in de eigen context van de kinderen te kijken naar hun gemeenschappen. Wij mensen kunnen toch niet onze identiteit definiëren en alleen maar onszelf zijn, zonder die gemeenschappen. De groep waar we bij horen, bepaalt mede wie we zijn en waar we voor gaan. En daar zijn ook groepen bij waar je niet voor kiest – zoals je familie – maar waar een wij-gevoel, identiteitsbepaling, hulp en zorg over en weer buitengewoon belangrijk zijn. Burgerschapsonderwijs is de kans om de kinderen te helpen hun plek te zien in hun gemeenschap.

Laat de aandacht voor gelijke kansen en persoonlijke oriëntatie voor elk kind niet ten koste gaan van de plek in hun gemeenschap. Denk bijvoorbeeld aan een maatschappelijke stage binnen de familie of de wijk, of voortdurende vorming vanuit een specifieke traditie, of een project tegen eenzaamheid. Geef aandacht aan gezamenlijke identiteit en zingeving.

 

Bron: Trouw, www.trouw.nl/opinie/lessen-burgerschap-leer-scholieren-eerst-zorgen-voor-hun-eigen-gemeenschap~ba7c571c/