4 april 2023

Winnaars en verliezers bij de Statenverkiezingen – deel 2

Met de voeten of met de handen stemmen?

Welke partijen hebben het goed gedaan bij de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart jl.? En waar liepen kiezers weg? In deze bijdrage bezien we welke partijen hun kiezers weten vast te houden of te motiveren om naar de stembus te gaan. Hiervoor vergelijken we de laatste stembusuitslagen met die van de Tweede Kamerverkiezingen in 2021. Voor de aardigheid zetten we de grootste verliezers bovenaan. Onderhand zijn er immers genoeg overzichten gepubliceerd waarin de BBB aan kop gaat.

Jan Schippers, maart 2023

In de Grafiek zien we dat D66 de grootste verliezer is, gevolgd door VVD, PVV en Forum voor Democratie. Al deze partijen raakten (ruim) meer dan de helft van hun stemmen kwijt aan andere partijen of hun kiezers bleven liever thuis. Op plek 5 staat het CDA dat niet net halveerde. En heel kort daarachter de SP die het op dit punt amper beter deed.

 

Grafiek – Een vergelijking tussen stemmenaantallen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023.

  1. De stemmen van CU-SGP in Noord-Brabant zijn verdeeld over deze twee partijen, 2/3-deel is aan CU en 1/3-deel is aan de SGP toegerekend (o.b.v. verhoudingen bij TK-verkiezingen 2021)
  2. De stemmen van PvdA-GL in Zeeland zijn verdeeld over deze twee partijen, 2/3-deel is aan PvdA en 1/3-deel is aan GroenLinks toegerekend (o.b.v. verhoudingen in PS-zetels in 2019).
  3. Het lichte stemmenverlies bij Volt en SGP is grotendeels te verklaren doordat deze partijen niet in alle provincies hebben deelgenomen aan de PS-verkiezingen in 2023. De partij DENK nam in slechts vier provincies deel en is daarom weggelaten uit de grafiek.

Frappant is verder dat de formidabele stemmenwinst van de BBB bijna even groot is als het enorme stemmenverlies van de VVD. Partijleider Mark Rutte sprak in zijn speech op de verkiezingsavond over ‘een klein verlies van maar een half procent’. Maar wie de grafiek bekijkt, ziet dat de VVD samen met D66 tot de grootste verliezers behoort. Bijna 2,5 miljoen kiezers zagen Rutte en Kaag niet meer zo zitten. De andere twee coalitiepartijen, CDA en CU, raakten ruim een half miljoen stemmen kwijt. Bij elkaar namen zo’n drie miljoen Nederlanders niet de moeite om het kabinet te steunen of ze wijzigden hun partijkeuze.

Uiteraard is er het effect van de lagere opkomst. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 kwam 78% van de kiesgerechtigden op, terwijl bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 rond de 58% van de stemmers de gang naar de stembus maakte. Vertaald naar het aantal stemmen, betekent dit dat een verlies van circa 25% te verklaren zou zijn vanuit de lagere opkomst.

Conclusie: winnaars en verliezers

Winnaars in stemmenaantallen (ten opzichte van de verkiezingen in 2021) zijn onmiskenbaar de BBB, 50PLUS, JA21, GroenLinks en de PvdA. Deze partijen hebben beduidend meer stemmen van kiezers weten te verwerven, ondanks de lagere opkomst. Voor SGP, Volt en ChristenUnie geldt dat het stemmenverlies van deze partijen ten opzichte van de laatstgehouden Kamerverkiezingen deels tegen het opkomsteffect wegvalt. Voor Volt en SGP geldt bovendien dat deze partijen niet in alle provincies deelnamen aan de statenverkiezingen.

En wie zijn de grote verliezers? De grafiek laat onmiskenbaar zien dat D66, VVD, PVV, FvD, CDA en SP  - in deze volgorde! - allemaal hoge (relatieve) verliezen scoren qua stemmental, ook wanneer je het opkomsteffect (25%) daarop in mindering zou brengen. Dat de kiezers bij deze partijen met hun voeten hebben gestemd, is zonneklaar. Of dat in de hoofden van de politieke kopstukken in de hofstad en bij de media in de Gooische hoofdstad al doorgedrongen is, waag ik te betwijfelen.