26 mei 2023

Eerste Kamerverkiezingen: spanning stijgt

Door: Jan Schippers, directeur WI-SGP

Aanstaande dinsdag 30 mei, ’s middags om drie uur, gaan de leden van de Provinciale Staten stemmen. Zij verkiezen dan de leden van de Eerste Kamer. Het wordt spannend of de SGP haar tweede zetel in de Senaat kan behouden.

Door Jan Schippers, directeur Wetenschappelijk instituut voor de SGP

Elk Statenlid mag één stem uitbrengen. Maar omdat niet elk Statenlid evenveel inwoners vertegenwoordigt, worden per provincie de stemgewichten met een formule uitgerekend en door de Kiesraad vastgesteld. 

(Zie kiesraad.nl/verkiezingen/eerste-kamer/uitslagen/stemwaarde)

Als voorbeeld laat ik hieronder de vorige Eerste Kamerverkiezingen van 2019 zien. Voor de eenvoud beperk ik mij tot de Statenleden van de SGP. Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 verkreeg de SGP in totaal 14 zetels in de parlementen van zes provincies. In de tabel hieronder ziet u dat de SGP-Statenleden samen 3.825 stemwaarden bijeen brengen. Voor één zetel in de Eerste Kamer waren toen 2.308 stemwaarden nodig. Dus de SGP haalde in 2019 op eigen kracht 1,66 zetel in de Senaat. Dankzij een extra stem van een FvD/JA21-Statenlid uit Zuid-Holland, verkreeg de SGP-lijst 4.493 stemwaarden, net genoeg voor twee zetels. 

Uit de tabel hierboven is af te leiden dat een Statenzetel in Zuid-Holland bij de Eerste Kamerverkiezingen veel gewicht in de schaal legt. Ongeveer evenveel als twee Gelderse, drie Utrechtse of Overijsselse, zeven Zeeuwse of Flevolandse Statenzetels.

Bij de Provinciale Statenverkiezingen 2023, die dit jaar in maart werden gehouden, behaalde de SGP in totaal 16 statenzetels, een winst van twee. De kiesraad heeft de stemwaarden onlangs gepubliceerd en aan de hand daarvan kunnen we berekenen hoeveel stemwaarden de SGP aanstaande dinsdag bijeen kan vergaren. Onderstaande tabel toont het resultaat.

De kiesdeler bedraagt naar verwachting 2386 stemwaarden; de stemmen van de SGP-statenleden zijn dus goed voor 1,82 zetel in de Eerste Kamer.

Wanneer elk statenlid aanstaande dinsdag aanwezig is, correct stemt èn op de eigen partij stemt, dan is vooraf te berekenen hoe de zetelverdeling uitvalt. Maar er moet wel een fikse slag om de arm worden gehouden.

*) Onafhankelijke Politiek Nederland is een vereniging van provinciale en lokale partijen. Voor de eenvoud zijn alle stemmen van de provinciale partijen hieraan toegerekend. Dit kan op 30 mei verrassend anders zijn.

Stoelendans: waar gaan de restzetels naar toe?

De restzetelverdeling is altijd weer bijzonder spannend. Deze gaat volgens de methode van het grootste stemgemiddelde per zetel. Dat is nadelig voor kleinere partijen.

De tabel laat zien dat er acht restzetels te verdelen zijn. Volgens onze berekening gaan de eerste vier restzetels achtereenvolgens naar D66, BBB, GroenLinks en de VVD. Deze partijen kunnen redelijk zeker zijn van hun zaak, uiteraard onder voorbehoud, want ze hebben niet alle statenleden aan een lijntje. De vijfde en de zesde restzetel zijn minder solide: deze gaan respectievelijk naar PvdA en PVV. En daarna wordt het nog spannender. De zevende restzetel valt toe aan de BBB en de achtste, dus de allerlaatste aan de SGP. De ChristenUnie en de PvdD vissen net achter het net.

De coalitiepartijen behalen samen 22 zetels. Zij kunnen elkaar helpen aan een 23e zetel, door stemmen van statenleden onderling uit te ruilen, maar dat zou ten koste gaan van de SGP-restzetel. Gelukkig ligt er een afspraak tussen ChristenUnie en SGP over de compensatie van de Noord-Brabantse zetel, die voor 1/3-deel te danken is aan SGP-stemmen. Daarmee wordt de restzetelpositie van de SGP flink verstevigd.

In de kolom ‘berekende zetels’ is te zien dat verschillende partijen, zoals 50-Plus, CDA, JA21, Volt, ChristenUnie en OSF (Onafhankelijke Senaatsfractie) reststemmen overhouden die zij niet zelf kunnen ‘verzilveren’. Alleen door onderling ‘slim’ uit te ruilen kan er een extra zetel worden bemachtigd. De grote vraag is dan echter aan wie van de uitruilers de extra zetel wordt gegund. Daarbij spelen de verhoudingen tussen coalitie en oppositie ook een rol. In de praktijk blijkt het door deze politieke factoren lastig te zijn om tot een deal te komen. Dinsdag laat in de middag weten we de einduitslag.

Aanvulling: de uitslag!

In onderstaande tabel staat de uitslag van de Eerste Kamerverkiezingen 2023. Ten opzichte van de prognose zijn er een paar verrassende wijzigingen opgetreden in de zetelverdeling.

Wanneer de cijfers achter de komma in de kolom berekende zetels worden vergeleken met die uit de eerdere tabel, is te zien dat sommige partijen net iets meer (+0,1 of +0,2) of net iets minder berekende zetels behalen. De uitschieters zijn GroenLinks (-0,4) en Volt (+0,3).

  • Doordat een statenlid uit Zuid-Holland van GroenLinks niet op haar eigen partij stemde maar op Volt, heeft de laatste partij twee zetels in de Eerste Kamer behaald ten koste van GroenLinks, die vooraf vrij zeker leek van haar restzetel. Naar eigen zeggen wist het statenlid vooraf niet dat haar stemgedrag dit gevolg zou kunnen hebben.
  • Er waren zeven restzetels te verdelen, die achtereenvolgens naar de volgende partijen zijn gegaan: BBB, PvdA, D66, VVD, SGP, CU en CDA.
  • De regeringscoalitiepartijen hebben onderling stemmen van statenleden in Overijssel, Flevoland en Zeeland met elkaar uitgeruild. Met steun van D66 en VVD hebben de coalitiepartijen CDA en ChristenUnie allebei een restzetel weten te behalen. Dit ging ten koste van PVV en BBB: zij kregen ten opzichte van de prognose beiden een zetel minder.
  • Twee Zeeuwse statenleden van GroenLinks hebben op de PvdA gestemd, zodat de PvdA in de restzetelverdeling een steviger positie kreeg.
  • Het enige Zeeuwse statenlid van de ChristenUnie heeft op de SGP gestemd, als compensatie voor de combinatiezetel van CU-SGP in Noord-Brabant die voor circa 1/3-deel te danken is aan SGP-stemmers. Daardoor werd de positie van de SGP in de restzetelverdeling verstevigd.