
6 augustus 2025
Wat Nederland nu nodig heeft
Nederlanders leven nu in een postnormale tijd: het gewone leven van veel mensen is tot op de basis verstoord geraakt. Complexe crises en maatschappelijke spanningen zetten de toon. In deze verwarrende tijd zijn drie grondhoudingen onmisbaar: de ogen omhoog, oog voor elkaar en oog voor recht en vrede.
Begin juni is het kabinet-Schoof gevallen. Voor eind oktober zijn er tussentijdse verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer uitgeschreven. Naar aanleiding hiervan hebben mr. Jaco van den Brink en drs. Jan Schippers (resp. voorzitter en directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP) een visiedocument geschreven. De leidende vraag hiervan is: wat heeft Nederland nu nodig? Bij de beantwoording hiervan geven zij richtinggevende denklijnen aan voor de gewenste politieke koers in de komende tijd. Zowel bestuurders als leden van de partij kunnen hier houvast aan ontlenen. Dat is van belang in deze hectische tijd waarin veel uiteenlopende actuele kwesties om aandacht vragen.
Samenvatting
In dit visiedocument klinkt allereerst een oproep om oprecht te leven in afhankelijkheid van God: de ogen omhoog. Die basishouding geeft richting aan waarden als trouw, gerechtigheid en menselijke waardigheid. Oog voor elkaar, de tweede grondhouding, is daarmee verbonden. In plaats van individualisme en bureaucratie, is er behoefte aan versterking van gezinnen, gemeenschappen en maatschappelijke organisaties, die met liefde en barmhartigheid omzien naar kwetsbaren. Tegelijk moet de overheid zich meer concentreren op haar kerntaken: rechtvaardig bestuur en bescherming van fundamentele vrijheden. Technologische vooruitgang en economische ontwikkeling moeten genormeerd worden door rentmeesterschap en menselijke waardigheid.
De overheid moet zich meer concentreren op haar kerntaken: rechtvaardig bestuur en bescherming van fundamentele vrijheden.
In de derde plaats is oog voor recht en vrede nodig in een wereld vol internationale spanningen en morele verwarring. Nostalgie of vooruitgangsgeloof bieden geen houvast of duurzaam perspectief. Daarom is het belangrijk om koers te houden vanuit een Bijbels perspectief. Vertrouwen op God geeft gegronde hoop, inspiratie en moed om verantwoordelijkheid te nemen voor mens en samenleving, voor nu en de opgroeiende generatie in de toekomst.
Het volledige visiedocument volgt hieronder.
=0=0=0=0=0=0=0=0=0=0=
Visiedocument "Wat heeft Nederland nu nodig?"
Wanneer we de tijd en cultuur waarin wij vandaag de dag leven met één term willen typeren, dan is het een postnormale tijd. Het in het oog springende kenmerk daarvan is dat het gewone leven van veel mensen fundamenteel verstoord is geraakt. Onze samenleving wordt geconfronteerd met een kluwen aan taaie problemen, bedreigingen, of positiever gezegd: uitdagingen, waarvoor we niet (direct) een uitweg of oplossing paraat hebben. De oplossing voor het ene probleem kan zomaar weer andere problemen oproepen.
Waar denken we dan aan? Bijvoorbeeld het gebrek aan geschikte, betaalbare woonruimte, de stijgende kosten voor de gezondheidszorg, het toegenomen beroep op jeugdzorg, de vele mensen die eenzaam zijn, vergrijzing en personeelstekort (vooral in zorg en onderwijs) en de stikstofproblematiek. Daarnaast is er (de polarisatie over) de asielproblematiek, maar ook zijn er dieperliggende tegenstellingen over fundamentele waarden en normen.
Vandaar de vraag: wat heeft Nederland nu nodig? Eerst vatten we het antwoord op deze vraag heel bondig samen. Nederland heeft vooral drie goede grondhoudingen nodig:
- De ogen omhoog;
- Oog voor elkaar;
- Oog voor recht en vrede.
Deze drie basishoudingen werken we hieronder uit.
1. De ogen omhoog
God leeft. Hij regeert de wereld, maar houdt ook ieder van ons in Zijn oog (Psalm 33:13-14). Is dat belangrijk voor de politiek? Ja, om drie redenen:
a) Godsbesef en basale waarden en normen
Allereerst omdat God, de Schepper van alle leven, basale waarden en normen voor het menselijk samenleven geeft. Zoals:
- de beschermwaardigheid van het leven;
-
de noodzaak van sociale structuren als gezin en familie;
-
het huwelijk als basis voor het gezin en de trouw die daarbij nodig is;
-
het recht doen op basis van een eerlijk feitenonderzoek en niet oordelen op basis van status;
-
het publiekelijk zorgen voor een rustdag in de week door de zondag waar mogelijk vrij te houden;
- het gezag van bijvoorbeeld ouders over hun kinderen of de overheid over burgers. En tegelijk de kaders en beperkingen om dit gezag rechtvaardig en begrensd uit te oefenen, waarbij zowel overheid als onderdanen verantwoording aan God verschuldigd zijn.
De SGP moet zich daarom principieel niet laten leiden door de gunst of de wil van ‘het volk’ (wie daar dan ook bij mag horen). Dat populistisch criterium is - zo schreef mr. G. Groen van Prinsterer al - heel gevaarlijk voor de vrijheid. En, zoals we hebben gezien, het leidt tot weglopen voor verantwoordelijkheid.
Respect voor ethische waarden en uitgangspunten geeft richting aan rechtvaardig overheidsbeleid. Maar het is ook belangrijk voor het democratisch ethos van burgers: verantwoordelijkheidsbesef, een innerlijke motivatie om de wetten te gehoorzamen én om zich in zetten voor de naasten of het publieke belang. Een Godsbesef stimuleert dit respect voor ethische waarden.
Staatkundig gereformeerde politiek is ook uitgesproken christelijk en kiest voor heldere Bijbelse uitgangspunten en eerbied voor de God van dit Woord in de publieke ruimte. Maar, zo wordt wel gevraagd, past dit wel bij een gewenste politiek voor een pluriforme samenleving? Jazeker, want juist een Godsbesef prikt door de opgeblazen seculiere vooronderstelling heen dat wie niet (in God) gelooft, neutraal is. Dit is de tweede reden waarom de Nederlandse politiek het nodig heeft om de ogen omhoog te richten.
b) Godsbesef en menselijke waardigheid
Een seculiere visie is partijdig omdat die niet met God rekent en godsdienst als hobby ziet die mensen alleen achter hun voordeur mogen beoefenen. Het publieke domein moet dan gevrijwaard blijven van religie. Deze visie is niet neutraal. Overigens is geen mens neutraal omdat iedereen een kijk heeft op wat moreel goed of verkeerd is in samenleving en politiek. Dergelijke visies en opvattingen berusten altijd op een onderliggende, al dan niet uitgesproken levensbeschouwing.
Christelijke politiek streeft er niet naar om via de macht van de overheid iedereen tot christen te maken. Het geloof in het Evangelie van Jezus Christus laat zich niet door dwang verbreiden. Geloof is een kwestie van overtuiging. Echte verlossing en vrijheid komt alleen van Gods kant tot stand. Wel wordt christelijke politiek gekenmerkt door het besef dat alle mensen een levensbeschouwing hebben of een religie aanhangen die heel belangrijk voor hen is. Daarom zien en benaderen wij burgers niet als gelukzoekers, maar als rustzoekers: ieder mens heeft geestelijke en materiële, sociale én morele behoeften. Het mens-zijn kent allerlei aspecten, waar de staat overigens niet allemaal in kan of moet voorzien. Juist niet, zo vinden we. Oog hebben voor die wezenlijke aspecten van het leven én voor de uiteenlopende invulling vanuit verschillende levensvisies, bevordert echter wel het begrip voor elkaar. Dat voorkomt of matigt de polarisatie, verwijten, schelden en vijandigheid.
Wij zien en benaderen burgers niet als gelukszoekers, maar als rustzoekers
Veel populisten wekken met hun stijl de indruk dat zij mensen van buiten het eigen volk minder willen liefhebben dan zichzelf. Ze propageren een soort ‘groeps-egoïsme’. Liberalen onderscheiden zich hiervan en verdedigen een bepaald ‘individueel egoïsme’: ieder moet z’n eigen identiteit helemaal zelf kunnen bepalen. Hierdoor komt een gemeenschappelijke identiteit al gauw onder druk te staan. Het christelijk geloof biedt weerwerk tegen dit ongezonde gedraai om je eigen as met bijbehorende blikveldvernauwing. De Bijbelse boodschap geeft een gezonde, heilzame correctie: zij doet een appel op ieder mens om allereerst te luisteren naar de stem van God. Heb de Heere lief boven alles en de naaste als jezelf. Richt je oog op Hem en heb oog voor de naaste. Want ieder mens is tegenover God gelijk. Daarom deelt ieder mens in dezelfde menselijke waardigheid en verdient elk mens respect, niet minder of meer dan wie ook. Deze diepgewortelde overtuiging voorkomt een 'woke identiteitspolitiek' die groepen mensen tegen elkaar opzet. Het bevordert een zorgvuldig luisteren naar de zorgen die er onder gewone mensen leven.
c) Godsbesef en de beperkte staat
Ten slotte is in de politiek een Godsbesef nodig om bescheiden te blijven. De pretentie dat de mens de plaats van God zou kunnen innemen, is volstrekt misplaatst. Dat blijkt al uit de oergeschiedenis van de mensheid in het Bijbelboek Genesis. Ook de meer recente historie leert ons dat elke poging om een aardse heilsstaat te realiseren, uitdraait op een nachtmerrie. Evenmin hebben we een filosofie voorhanden die de ultieme vrede in ons land brengt, ondanks de grote verhalen van liberalisme en socialisme.
De overheid heeft een Bijbels mandaat om het land te regeren, maar wel met een begrensde of beperkte taak. Niet om een pad van rozen uit te spreiden voor elke individuele burger. Niet om toe te werken naar een gedroomd, onrealistisch ideaal van autonome individuen, zoals (sociaal)-liberalen dat zien. Ook niet om van Nederland een sterk en rijk volk te maken zoals populisten dat willen. Ook niet om via wetgeving en onderwijs meer sociale cohesie te bewerken rond seculiere waarden, zoals beide stromingen dat willen. Maar wel om op een eerlijke manier het goede te zoeken voor iedereen in ons land. Dit moet gebeuren met het besef dat de grondwettelijke vrijheidsrechten voor de staat geen taak toelaten in de huiselijke kring van het gezin, noch in de interne zaken van kerken en religieuze instellingen, van opvoeding en onderwijs. Tot slot moet de staat al helemaal waken voor het insnoeren van het persoonlijk geweten van mensen.
Kortom, dit Godsbesef heeft Nederland broodnodig, ook om de overheid ervan te weerhouden om het ene maatregelenpakket na het andere over het land uit te rollen, waarna vaak blijkt dat die maatregelen weer allerlei nieuwe problemen creëren.
2. Oog voor elkaar
Mensen zijn door God geschapen om samen met elkaar en voor elkaar te zorgen. Dat gebeurt in allerlei sociale verbanden die tezamen het stevige gebinte van de samenleving vormen. Mensen behoeven dus niet individueel iets bijzonders van hun leven te maken, maar vinden vooral vervulling als ze zich dienstbaar mogen maken in een gemeenschap – temeer als daar ook liefde de leidraad voor het handelen is. Het individualistisch liberalisme heeft ons geen goed gebracht door veel verbanden te verzwakken of zelfs te elimineren. Deze verbanden moeten weer op waarde worden geschat, want zij vormen een buffer tussen het kwetsbare individu en de machtige staat. Populistische partijen hebben hier geen goed antwoord op omdat zij eveneens groot vertrouwen hebben in de staat.
Sociale nood
Het versterken van sociale en maatschappelijke verbanden is daarom het eerste antwoord op alle sociale nood die er is. Stabiele huwelijken en gezinnen, hechte families en betrouwbare netwerken tussen mensen zijn dringend nodig. Mensen die eenzaam zijn, die hulp nodig hebben in financiële zin of anderszins, jongeren (of ouderen) met mentale problemen, kinderen in de jeugdzorg – in warme solidariteit omzien naar elkaar is onmisbaar om als mens goed te kunnen leven. In het licht hiervan werkt de focus op het individu in het huidige belastingstelsel averechts. Voor het bepalen van de draagkracht is het rechtvaardiger om het gezinshuishouden consequent als uitgangspunt te nemen.
Naast gerechtigheid is de barmhartigheid essentieel voor een goed functioneren van de samenleving. Barmhartigheid geldt ten opzichte van iedereen die in nood is, wat iemands achtergrond ook is, of iemand schuld heeft of niet. Familieverbanden, religieuze en maatschappelijke organisaties zijn echter veel beter dan de overheid in staat om barmhartigheid te betonen. Want de overheid werkt onvermijdelijk met onpersoonlijke rechtsregels. Daarom is het belangrijk dat politici hun vertrouwen in maatschappelijke organisaties uitspreken, hen ruimte geven en waar nodig faciliteren, in plaats van te proberen alles op een bureaucratische manier dicht te regelen.
Familieverbanden, religieuze en maatschappelijke organisaties zijn veel beter dan de overheid in staat om barmhartigheid te betonen.
Niettemin dient de overheid een solide vangnet te bieden voor kwetsbare mensen in onze samenleving. De realiteit is dat er vele gebroken huwelijken en gezinnen zijn. Eenzaamheid is een aanzienlijk probleem in onze samenleving waar veel inwoners dagelijks mee geconfronteerd worden. Daar mogen we onze ogen niet voor sluiten. Waar essentiële maatschappelijke verbanden ontbreken of tekortschieten, let de overheid erop dat mensen in de knel niet tussen wal en schip belanden.
Ieder leven waardevol
Er is ook veel geestelijke en mentale problematiek. Het tempo van onze samenleving is voor velen te hoog. Jonge ouders met kinderen moeten te veel ballen tegelijk in de lucht houden. Wie geen steun krijgt van familieleden, kan zomaar tegen een zware burn-out aanlopen. Het teveel aan onrust en onzekerheid, het gebrek aan rust en geestelijke verworteling gaat mensen opbreken. Het is daarom nogal kortzichtig om materieel gewin (meer BBP-groei) op korte termijn belangrijker te vinden dan duurzaam welzijn voor de mensen. Op dit punt is dringend een andere oriëntatie van het beleid gewenst.
In het verlengde hiervan is ons uitgangspunt dat ieder menselijk leven waardevol is, ook dat van ongeboren kinderen en ook dat van uitzichtloos lijdende, psychisch zieke of ernstig dementerende ouderen. Bij uitstek worden we hier geroepen tot omzien, zorg, aandacht en liefde voor elkaar. Dit betekent dat we het menselijk leven niet zelf mogen beëindigen.
Op de vlucht
Dit uitgangspunt moet ook leiden tot een humaan en realistisch asiel- en migratiebeleid, waarbij de gehele ‘asielketen’ in ogenschouw wordt genomen. Wie de focus uitsluitend richt op het indammen van de instroom, ziet voorbij aan de oorzaken in de landen van herkomst die mensen op de vlucht doen slaan. Naast een effectief terugkeerbeleid voor degenen die geen recht op een status hebben, verdient de integratie van hen die wel een status verkrijgen de aandacht. Het beleidsdoel is immers verlichting van de druk op de samenleving. Ook draagt het bij aan vermindering van de kans op radicalisering. Effectieve integratie komt van twee kanten: zij vraagt een inspanning van zowel de nieuwkomer als van de autochtone Nederlander. Het spreekt vanzelf dat de inburgeraar de grootste inspanning zal leveren, maar wanneer iedereen met z’n rug naar degene die binnenkomt gaat staan, komt er van integreren weinig terecht. Gelukkig zijn er in het land ook positieve voorbeelden van een goede integratie, met steun van lokale burgers en vrijwilligers.
3. Oog voor recht en vrede
De kerntaak van de staat is het najagen van publieke gerechtigheid. Die gerechtigheid stelt kaders, allereerst aan de overheid zelf. Een eerlijke en onpartijdige benadering in bestuur en rechtspraak van burgers is nodig. Werken aan vertrouwen vanuit burgers in de overheid ook – juist als het om ‘afgehaakte’ burgers gaat.
Die gerechtigheid stelt ook kaders aan de markt. Die behoort geen domein te zijn van winstmaximalisatie, van ieder voor zich. Gezond ondernemerschap en verantwoordelijkheidsbesef verdienen ruimte. En de economie floreert bij waarden en normen die gemeenschapszin in het bedrijf bevorderen, oog voor de betrokkenen om het bedrijf heen, en voor de schepping waarvan we de vruchten mogen plukken, maar die we niet mogen overbelasten of uitputten. Het alsmaar toenemende gebruik van energie en grondstoffen is om die reden zorgelijk. De noodzaak om de weg naar een circulaire economie in te slaan is onontkoombaar. Creatieve ondernemers en bewuste consumenten die serieuze stappen in die richting zetten verdienen steun – die overigens niet altijd financieel van aard hoeft te zijn.
Bij uitstek in de sectoren van landbouw en veeteelt blijkt het nodig dat de overheid een stelsel mogelijk maakt waarin de productie niet wordt gemaximaliseerd maar in balans gebracht met het onderhouden van de schepping. Op weg daarnaartoe, zelfs als de tijd dringt, moet er wel recht worden gedaan aan ondernemers en hun boerenbestaan. Ook dient de overheid het belang van voedselzekerheid niet uit het oog verliezen.
Niet alles wat technisch kan, is in morele zin goed te keuren.
De technische ontwikkeling neemt in onze maatschappij een hoge vlucht. Met kunstmatige intelligentie kunnen allerlei dingen sneller worden gedaan. Toch is AI geen wondermiddel dat bijvoorbeeld personeelstekorten gaat oplossen. Zorg door een robot kan zorg door een mens niet vervangen. De mens is en blijft verantwoordelijk voor wat er met de resultaten van AI wordt gedaan. Niet alles wat technisch kan, is in morele zin goed te keuren. Denk bijvoorbeeld aan het streven naar mensverbetering met behulp van moderne technieken. Dan begeven we ons op glad ijs. Verder leidt het gebruik van AI tot een (veel) hoger energieverbruik, terwijl het besparen op energie van groot belang is met het oog op onze zorg voor de schepping.
Geopolitieke kwesties
We leven in onrustige tijden. Er woedt een oorlog in Oekraïne omdat het Russische regime haar invloedssfeer in het (zuid) oosten van het Europese continent wil uitbreiden. Hulp aan het Oekraïense volk is nodig, mede omdat de Russische agressie anders ook andere landen in Oost-Europa gaat bedreigen.
Een ander conflict dat in het brandpunt van de aandacht staat is, dat tussen Israël en de terreurorganisatie Hamas, met daarachter het regime van de ayatollahs in Iran. De religieuze dimensie van dit slepende conflict mogen we niet verzwijgen. De Joodse staat Israël is in zijn voortbestaan bedreigd en mag zich daarom verdedigen tegen (raket)aanvallen. Verder is het ongepast wanneer vanuit andere landen aan Israël de zgn. twee-staten-oplossing wordt opgedrongen. Dit kan opgevat worden als een beloning voor de terroristische misdaden van Hamas. Intussen hebben met name gewone Palestijnen zeer te lijden onder de gevolgen van de clash tussen IDF-strijdkrachten en Hamas-terroristen. Vooral het slechte leiderschap van zowel Hamas als de Palestijnse Autoriteit maakt dat verbetering van het lot van gewone Palestijnen ondergeschikt wordt gemaakt aan het conflict met Israël. Vredesinitiatieven van onderop hebben een forse tegenslag ondervonden door de onverhoedse aanval van 7 oktober 2023. Ook in de Israëlische politiek is sprake van verdeeldheid, polarisatie en radicalisering. Een patstelling dreigt met nog meer onschuldige slachtoffers tot gevolg. Daarom verdient elke poging om de onderlinge verhoudingen tussen Israëliërs en Palestijnen te normaliseren onze steun. Vrede en verzoening komen eerst van onderop.
Er zijn nog vele andere brandhaarden in de wereld, zoals die in Somalië en Soedan, Congo en Jemen, Syrië en Irak – met vele slachtoffers. Hierbij mag de dubieuze rol van de Moslim Broederschap en aanverwante terroristische groeperingen niet over het hoofd worden gezien. De steun die vanuit landen zoals Turkije en Qatar hieraan wordt verleend, is een bron van onrust in allerlei landen en een aanjager van stromen vluchtelingen. Het Nederlandse buitenlands beleid dient dit duidelijker te adresseren en daar passende consequenties aan te verbinden.
Steeds explicieter wordt de zelfstandigheid van Taiwan door China bedreigd. Ook India en Pakistan raken geregeld slaags. Vaak spelen niet alleen politieke en economische belangen, maar ook religieuze verschillen hierbij een rol van betekenis. Dit komt onder meer tot uiting in de vervolging van christenen, de grootste groep vervolgden wereldwijd. Het blijft nodig om deze gruwelijke feiten onder de aandacht te brengen van seculiere westerse regeringen.
Tot slot
De verleiding is groot om in deze postnormale samenleving weer te verlangen en terug te willen gaan naar ‘vroeger toen alles beter was’. Dat is een valkuil waar we als SGP’ers niet in moeten trappen. Het pessimistische achteruitgangsgeloof van traditionalisten is (qua oriëntatie) net zo verkeerd als het optimistische vooruitgangsgeloof van modernisten: beiden houden immers geen rekening met Gods opdracht om goede rentmeesters te zijn, de hand aan de ploeg te slaan en het hemelse perspectief van de Bijbelse hoop in het oog te houden. Dat betekent overigens ook dat we - zoals eens Jozef in Egypte deed - onze verantwoordelijkheid voor een verstandig langetermijnbeleid moeten nemen.
De verleiding is groot om in deze postnormale samenleving weer te verlangen en terug te willen gaan naar ‘vroeger toen alles beter was’.
Wat geeft ons land perspectief in deze onrustige en onzekere tijden? Bekruipt ons het angstige gevoel dat we niet meer vooruit of achteruit kunnen en dat de oplossingen niet gevonden worden door linksaf of rechtsaf te slaan? Juist in zo'n gespannen situatie komt het erop aan om de ogen open te houden, naar onze omgeving en medemensen, en vooral naar omhoog. Want we leven onder een open hemel. We gunnen het iedereen om de trouw, gerechtigheid en genade van God te kennen. In afhankelijkheid van God mogen we invulling geven aan onze verantwoordelijkheid voor de samenleving hier en nu, alsook voor de opgroeiende generatie.
Rotterdam/Ede, 31 juli 2025,
Jaco van den Brink (voorzitter) en Jan Schippers (directeur).