22 augustus 2017

Overal en ergens

 

Overal en ergens

Bent u een overal-mens of een ergens-mens? Onder de titel ‘The Road to Somewhere’ schreef de Britse journalist David Goodhart een boeiend boek over het cultuurverschil tussen Anywheres en Somewheres. Vrij vertaald: overal-mensen en ergens-mensen. Anywheres typeert Goodhart als de mensen die zich wereldburger voelen. Ze zijn hoogopgeleid, mobiel en wonen vooral in grote steden. Ze hebben een individualistische, progressief-liberale kijk op het leven. ‘Somewheres’ daarentegen zijn gericht op gemeenschapszin en gehecht aan de streek of plaats waar ze geworteld zijn, waar hun familie al sinds mensenheugenis woont. Het welzijn van hun gezin gaat voorop en ze zetten zich ook in voor de buurt of het dorp waar ze wonen. Goodhart schat in dat ongeveer de helft van de Britten tot de Somewheres behoort. De Anywheres vormen ongeveer een kwart en de rest zit in de categorie van de ‘In-betweens’.

Schrijvenderwijs laat Goodhart zien hoe progressieve individualisten in Londen en andere grote steden decennialang poogden hun wereldbeeld op te leggen aan de rest van de bevolking. Ze deden dat niet eens bewust, omdat ze zichzelf niet als een aparte groep beschouwden. Dat valt ook wel te begrijpen als je bedenkt dat Anywheres de maatschappij opvatten als een willekeurige verzameling individuen. Vanuit hun beperkte blikveld kan de komst van vele immigranten geen cultureel probleem veroorzaken, omdat een nationale cultuur nonsens is. Daarin volgen ze de Britse premier Thatcher die in de jaren 80 zou hebben gezegd dat er niet zoiets als een maatschappij bestaat. En wat niet bestaat, kan ook niet worden ontwricht.

De Anywheres beleefden hun hoogtijdagen toen Tony Blair premier was. Zijn Labourregering koos ervoor haar beleid af te stemmen op de wensen van de progressieve middenklasse. Naar de stem van de (oudere) arbeiders werd niet meer geluisterd, zeker niet als zij pleitten voor behoud van sociaal-culturele tradities. Hun verzet tegen immigratie van goedkope arbeidskrachten uit andere landen of hun bezwaren tegen de verplaatsing van banen naar landen met goedkope lonen strookte niet met het economisch liberalisme. Anywheres deden kritiek van Somewheres af als bekrompen nationalisme. Terwijl het een kwestie van gezond verstand is om de enorme braindrain vanuit Oost-Europese landen te stoppen. Want hier worden arbeiders werkloos en ginds raakt de samenleving ook ontwricht.

Bijzonder intrigerend is dat Goodhart een lans breekt voor het traditionele gezin. Terwijl in het overheidsbeleid zo ongeveer alles klopt met de behoeften van de tweeverdienersgezinnen van de hogeropgeleide Anywheres, laten de feiten zien dat nog steeds veel vrouwen voorrang geven aan het opvoeden van de kinderen in plaats van hun carrière. Goodhart vindt dat politici zich niet langer moeten laten intimideren door de retoriek van een luidruchtige minderheid. Het is onrechtvaardig dat fiscale voordelen voor kostwinnersgezinnen zijn afgeschaft en tegelijk enorm veel publiek geld gaat naar kinderopvang.

Dit pleidooi voor een gezinsvriendelijker beleid roept tegenspraak op. Het spoort niet met het dubbeldogma van orthodoxe economen en dito feministen die vinden dat huisvrouwen door hun activiteiten in het private domein niet bijdragen aan de groei van het nationaal inkomen of aan het publieke domein dat door mannen wordt gedomineerd. Vandaar de onderwaardering van het natuurlijke gezin en de overwaardering van individuele ontplooiing. Maar het gemakkelijker maken van echtscheiding, het faciliteren van ongehuwd samenwonen en het overmatig stimuleren van een betaalde baan buitenshuis leidt niet tot minder onderdrukking van vrouwen, maar op z’n best tot andere vormen van achterstelling. Ook wordt het sociale weefsel van gezinnen en families verzwakt. En de economische winst verdampt door de hoge kosten van gebroken gezinnen en het gegeven dat veel zorgtaken nu tegen betaling worden gedaan.

Het verhaal van Goodhart gaat over de Britse samenleving. Maar de parallellen met de situatie in Nederland liggen voor het oprapen. Om te beginnen zou het komende kabinet de maatregel van het CDA/PvdA/CU-kabinet om de overdracht van de heffingskorting te beëindigen fluks ongedaan moeten maken. Maar er is meer. Denk aan herwaardering van moederschap, verlaging van de matginale belastingdruk voor middeninkomens (die oploopt tot wel 140%!) en afschaffing van de impliciete fiscale echtscheidingsbonus. Als vrouwen merendeels voor hun gezin kiezen of de zorg voor hun gezin combineren met een parttimebaan, maar een fulltimebetrekking voor de meeste moeders een brug te ver blijkt te zijn, is het absoluut absurd dat hun die vrijheid wordt ontnomen in naam van het liberalisme.

Column van drs. Jan Schippers in het Reformatorisch Dagblad van 19 juli 2017