15 april 2015

Last van ouders

Staatssecretaris Dekker wil het thuisonderwijs aanpakken. Curieus genoeg vindt deze VVD-bewindsman daarbij de Rotterdamse CDA-wethouder De Jonge aan zijn zijde. Beide bestuurders vinden de vrijheid van onderwijs op dit punt te ruim. Het thuisonderwijs willen zij het liefst afschaffen. Als dat niet lukt, dan moet het ouders stukken lastiger worden gemaakt.

Thuisonderwijs afschaffen? Wie ligt daar nu wakker van als er een reformatorische school op steenworp afstand van je woning staat? Wat is er op tegen om de staatssecretaris en onderwijswethouder bij te vallen? Veel. Mijn belangrijkste bezwaar is dat bij ouders de eerste verantwoordelijkheid rust voor het (laten) onderwijzen van hun kinderen. Het kind is namelijk van de ouders en niet van de staat.

Gezag

Ouders zijn bepalend voor het beginnende leven van hun kinderen. Onze ouders zijn (meestal) de eerste naasten die wij in ons leven zien en ontmoeten. Zij worden vanaf het begin buiten onze wil op onze (levens)weg geplaatst. De Bijbel typeert ouders als boodschappers van God, als na-zeggers van Zijn woorden. Ze krijgen de opdracht hun kinderen te vertellen van de daden van God. Ouders zullen hun kinderen onderwijzen, God aan hen bekend maken, hen vertrouwd maken met het Woord van God en de dienst aan de Heere. Als zeggers namens God komt hun gezag toe.

De gedachte om het thuisonderwijs aan te pakken, past bij de tijdgeest om het gezinsleven te ondermijnen, zodat er van deze Bijbelse opdracht zo min mogelijk terecht komt. God wil echter dat een kind allereerst z’n ouders gehoorzaam zal zijn. Niemand mag daarom kinderen verleiden of dwingen tegen het gezag van hun ouders in te gaan, zeker niet als het gaat om iets waarvan kinderen zelf de consequenties niet kunnen overzien. In de liefde van de ouders zoekt God een weg naar het hart en het leven van het kind. Alle ouderschap is van God afgeleid en bedoeld om kinderen tot Jezus te brengen. Geen staatssecretaris of onderwijswethouder mag de euvele moed hebben zich hier zomaar tussen te dringen.

Vijfde gebod

Het vijfde gebod in de Decaloog spreekt duidelijke taal: ‘Eert uw vader en uw moeder.’ De overheid komt hier niet ter sprake! Vanouds heeft de kerkelijke traditie bij de uitleg deze verbreding er wel aan gegeven, vooral met beroep op de eerste verzen van Romeinen 13. Deze uitbreiding heeft tot ontsporingen geleid, vooral in de Lutherse traditie. Maar ook onder Calvinisten deed de stelling opgeld dat je gehoorzaam moest zijn aan een overheid die zich als bezetter aan ons Nederlandse volk had opgedrongen. Het eren van de ouders gaat voorop. De overheid komt pas op het tweede plan, bijvoorbeeld wanneer ouders ontsporen of kinderen het slachtoffer dreigen te worden. Misbruik van de onderwijsvrijheid hoort daar ook bij. Indien ouders hun kinderen de ideeën van het salafisme of satanisme bijbrengen, moet de overheid daartegen optreden. Maar niet door een algemeen verbod op het thuisonderwijs. Dat is wel het eenvoudigst, maar tegelijk veel te simpel.

De traditionele ‘brede’ uitleg van het vijfde gebod brengt het specifieke karakter daarvan onvoldoende tot uitdrukking. Het gezag van de ouders was immers geheel vanzelfsprekend onder Israël. Het geheel eigen karakter komen we op het spoor via de gewoonten in de cultuur van het oude oosten. Onder de toenmalige nomadenvolkeren was het gebruikelijk dat wanneer ouden van dagen geen productieve arbeid meer konden verrichten of niet meer mee konden komen, zij in eenzaamheid werden achtergelaten om te sterven. Deze gewoonte verbiedt God ten stelligste: ‘Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt (d.w.z. in de ellende of eenzaamheid laat), zal zeker gedood worden’, zo staat geschreven in Exodus 21.

Als de nomadencultuur van het oude oosten al niet uit de voeten kon met het vijfde gebod, dan zal dit in onze geseculariseerde welvaartssamenleving minstens zoveel weerstand oproepen. Wie thuisonderwijs geeft of wie als mantelzorger voor zijn zieke ouders zorgt, kan minder of geen productieve arbeid verrichten. Daardoor komt de economische groei minder hoog uit. Dus: iedereen moet zoveel mogelijk betaald werk verrichten en in z’n vrije tijd het verdiende loon consumeren.

Het vijfde gebod heeft een rijke belofte. Geen vluchtige welvaart, maar duurzaam welzijn voor heel de samenleving: bevordering van rechtvaardige verhoudingen en goede relaties tussen mensen. En ver boven dit alles uit: shalom tussen God en mens. Dan heb je geen last meer van ouders.

Jan Schippers, directeur van het wetenschappelijk instituut voor de SGP

Bron: Reformatorisch Dagblad, 8 april 2015