6 april 2018

Déjà vu 5 - Vuile handen

Vuile handen

In de blog Déjà vu plaatst het Wetenschappelijk Instituut tijdens het jubileumjaar mooie, diepzinnige of grappige citaten met relevantie voor nu. Dit is aflevering 5.

‘Politiek is maar een vies spelletje’, hoor je weleens. Zeker als christen zou je je niet met politiek moeten bezighouden. Je krijgt er vuile handen van.

Nietsvermoedend doen dergelijke ‘schone’ christenen een beroep op de Franse filosoof Jean-Paul Sartre. Hij schreef Les mains sales, een verhaal over twee communisten met radicale ideeën, de een wil ten koste van alles zegevieren, de ander wil met liefde dwingen. Er ontstaat geen tussenweg: de een vermoordt de ander.

Ds. H.G. Abma, SGP-Kamerlid van 1963 tot 1981, had ook al te maken met ‘schone’ mensen. “Ze zijn er wel die denken dat zij met schone handen door het leven gaan. O, ja. Ik zou die nog niet graag de kost willen geven ook, want dan zou ik een inkomen moeten hebben van de orde van wat nationaal inkomen heet.”

Vuile handen horen bij de politiek. “Wij mogen vuile handen maken, doch wij mogen ze niet branden,” schreef ds. Abma in 1974. Koste wat het kost mee willen doen, onvoorzichtig zijn, met bravoure de onderhandelingen ingaan, dan brand je je vingers aan een compromis. Maar vuile handen maak je onvermijdelijk, omdat een compromis altijd geven en nemen is.

Wat namelijk veel erger is, is je handen in onschuld wassen. Pilatus dacht zich daarmee enige millennia geleden te kunnen ontdoen van alle verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid dragen en nemen voor je beslissingen en compromissen is eervoller, al zijn die soms wat bevuild en al doen die niet volledig recht aan je verkiezingsbeloften.

Vuile handen horen erbij. Vuile handen horen bij het leven, niet alleen bij de politiek. Abma schrijft verder: “Zoals men wel eens zegt dat niemand zonder kleerscheuren door het leven gaat, en dat terecht, kunnen wij ook uitdrukken dat het moeilijk zal wezen om te handelen in deze wereld zonder dat wij op zijn tijd vuile en soms extra vuile handen krijgen. Wie meent dat hij rein van handen is en zich aan niemand vergrijpt, bedriegt op een reusachtige manier zichzelf.” Dan verwijst hij naar de Tien Geboden: “De vervulling van de wet is in één woord: liefde. Liefde maakt vuile handen. Niemand komt daar onderuit.”