15 september 2014

Belastingbos

Belastingbos: het is ingewikkeld geworden

Nog een kleine week te gaan, dan is het Prinsjesdag. Boze tongen beweren dat het tweede kabinet van Rutte is uitgeregeerd. Alle voornemens die in het regeerakkoord staan, zijn min of meer door de Tweede en Eerste Kamer geloodst. Het kabinet kan de komende jaren op de winkel gaan passen.

Gelukkig ligt nog wel een hete aardappel: de belastinghervorming. Een spannende kwestie, want Rutte’s VVD en Samsoms PvdA schijnen het nogal oneens te zijn over de manier waarop het belastingstelsel moet worden hervormd. De VVD wil alle toeslagen afschaffen en de PvdA wil dat de hogere inkomens meer belasting gaan betalen.

Ten tijde van Rutte-I kreeg Tweede Kamerlid Dijkgraaf een motie aanvaard om een commissie van deskundigen te laten onderzoeken op welke punten het belastingstelsel aanpassing behoeft. Vorig jaar juni kwam de commissie-Dijkhuizen met zijn aanbevelingen. Met stip op nr. 1 stond: ga eens snoeien in het woud aan fiscale regelingen. Geen verrassende uitkomst. Er zijn maar liefst 118 regelingen voor belastingvermindering of inkomenstoeslag.

Staatssecretaris Wiebes liet echter weten dat het ingewikkeld was om de hervormingsmotor aan de praat te krijgen. We beleven krappe tijden en de ambtenaren bij de Belastingdienst draaien al overuren, zo suste hij de hervormingsgezinde Kamerleden. Maar vorige week zorgde een rapport van Actal (de waakhond voor administratieve lasten) wat rimpeling in de Haagse Hofvijver. Teneur: de inkomensafhankelijke regelingen zijn zó ingewikkeld geworden dat ook de mensen die er veel verstand van hebben door de bomen het bos niet meer zien. Hoe is dat zo gekomen, die complexiteit?

Een belangrijke oorzaak is dat het hoofddoel van het heffen van belasting gaandeweg achter de horizon is verdwenen. Politici proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden door fiscale voordelen te bieden. Bijvoorbeeld voor ‘groene’ auto’s die in plaats van op benzine of diesel (deels) rijden op elektriciteit van kolengestookte energiecentrales. Of de kinderopvangtoeslag voor gezinnen met dubbele inkomens. Verdien je samen een riant inkomen, krijg je van de overheid nog wat extra’s toegestopt. Voor de ontvangers van de kinderopvangtoeslag is dat leuker – maar is het ook eerlijker?

Een andere reden is dat er in de loop van de tijd voor allerlei kwetsbare groepen speciale kortingen of aftrekregelingen in het leven zijn geroepen. Uiteraard is het een lofwaardig streven om mensen die het moeilijk hebben of met hoge (zorg)kosten geconfronteerd worden, te ontzien door een belastingreductie. Maar de berg aan goedbedoelde regelingen creëert steeds grotere schaduwzijden.

Al die belastingkortingen en toeslagen zorgen namelijk voor minder geld in ’s Rijks schatkist. Om de overheidsbegroting toch in balans te houden, zijn de belastingtarieven sinds 2001 met vier procentpunten verhoogd. De stapeling van regelingen voor lagere inkomens leidt bovendien tot een armoedeval. Dankzij een hoger inkomen, vervalt (deels) de aanspraak op diverse regelingen. Het vervelende gevolg is dat iemand soms van bruto vierhonderd euro meer loon maar honderd euro netto overhoudt. De ingewikkeldheid veroorzaakt ook nog eens dat velen ervan afzien om gebruik te maken van regelingen die juist voor hen zijn bedoeld.

Als het gaat om belastinghervorming, kan het kabinet Rutte-II allereerst fiks gaan snoeien in het woekerende fiscale struweel, zodat de bomen in het belastingbos meer zichtbaar worden. Ik wijs er drie aan. Boom 1: belastingheffing heeft als hoofddoel de staatskas van inkomsten te voorzien. Politici moeten het gedrag van burgers wel normeren, maar niet willen sturen. Dan ontstaat er een jungle aan regelingen. Als de overheid zich beperkt tot haar kerntaken, matigt dat de hoogte van de belastingen. Dan boom 2: bij de manier van heffen moet de draagkracht van burgers en hun gezinnen centraal staan. Een rechtvaardige heffing laat het inkomen dat iemand nodig heeft voor de eerste levensbehoeften (voedsel, onderdak, kleding) ongemoeid. Consequentie: een robuuste heffingskorting per gezinslid en de overige kortingen schrappen. Boom 3: belastingen moeten de economie zo min mogelijk verstoren. Dit betekent dat het aandeel van de inkomstenbelasting stapsgewijs omlaag moet (lagere loonbelasting, meer werkgelegenheid) in ruil voor een groter aandeel van de belastingen op consumptie en onroerend goed. Deze degelijke benadering combineert het beste van links en rechts.

Ik ben toch wel benieuwd naar de Troonrede volgende week dinsdag. Hopelijk is die niet ingewikkeld!

Bronvermelding: onder de titel ‘Belastingbos’ stond de column op woensdag 10 september 2014 in het Reformatorisch Dagblad.